14 oktober 2011

Pipi langkous

Er is een amper een week voorbij of ik heb weer gekke dingen meegemaakt! Nee, fopje, helemaal niet, het was een rustige week qua leuke gebeurtenissen, school palmde daarentegen alles in. In Rennes 2 hebben ze namelijk het fantastische systeem van tussentijdse examens. Allemaal heel fijn want je moet minder leerstof studeren. Maar nee hoor, dat werkt niet voor mij!! Ik ben echt wel een grote fan van het normale semester-systeem; tijdens het jaar door een leuk en vooral zorgeloos studentenleven leiden en enkel in januari en juni stress hebben. Ook al kennen we op Lessius een helse maand juni en stierven er de voorbije twee jaren kleine deeltjes Laura omdat ze het mentaal niet meer aan konden, ik heb het liever zo. In Rennes hebben we nu, na amper anderhalve maand, al examens en ja, jullie kunnen het al raden, dat maakt mij een beetje crazy in the coconut. Ik ben echt NIET stressbestendig genoeg om tussen mijn lessen door nog eens examens te moeten afleggen. Desalniettemin (= oh, wat hou ik van dat woord) moet ik er maar gewoon voor gaan en misschien eens stoppen met al klagend mijn tijd te verdoen. En stiekem hoop ik heel hard dat die mythe van “leerkrachten laten erasmussers er gemakkelijker door” een kern van waarheid bevat.

Om de stress wat te doen verdwijnen ben ik vorige week naar een dansles geweest. Er speelde een live bandje en de bedoeling was 2 uur lang te improviseren op hun muziek. Normaal ben ik veel te rationalistisch daarvoor maar ik wilde het toch eens proberen (en indien nodig zo snel mogelijk weg te rennen). Het eerste kwartier kregen we de opdracht de grond te ‘voelen’. Met een groep onbekenden heb ik daar, een beetje alsof ik zware spastische aanvallen had, op de grond liggen kronkelen en wriemelen terwijl ik vooral probeerde te vergeten dat mijn t-shirt vuil werd. Na die vreemde ervaring werd het nog wat enger, we moesten namelijk onze ogen sluiten en met de hele groep contactdansen. Op de muziek lagen we aan elkaar te frommelen en over elkaar te struikelen in een poging blind met elkaar te dansen. En weet je wat, ik ben niet bepaald open-minded, vooral omdat ik altijd maar blijf nadenken en ik mezelf niet gemakkelijk openstel voor nieuwe ervaringen, maar nadat ik een kwartier met m’n ogen dicht danste, vergat ik waar ik was en wat er allemaal gebeurde rond mij. Ik vergat even hoe het was om na te denken en voelde zo even hoe bevrijdend het kan zijn om eens een lege geest te hebben.
MAAR voordat jullie zouden denken dat de echte Laura Kerschot verdwenen zou zijn in een of andere transcendentale wereld, heb ik weer een compleet nutteloze, onbelangrijke en onbeduidende observatie die me van het hart moet!  Ik word immers zo’n 3 keer per dag met een snuifje heimwee geconfronteerd...
(Nota van  de auteur: diegenen die moeilijkheden hebben met het aanvaarden van het feit dat iedereen op deze wereld wel eens pipi moet doen: lees niet verder, het is voor je eigen bestwil.)

 Mijn pipi-bezoekjes hier worden immers zwaar verpest door Franse toiletten! Thuis zijn het mijn stiekeme momentjes van rust, reinheid en sereniteit. Ik kan er wat mediteren, boeken lezen, diepzinnige gesprekken met mezelf  houden en oplossingen bedenken om wereldvrede te bereiken. Om dat alles te kunnen verwezenlijken, zit ik dus graag op m’n gemakje op het gemak (oh jawel, ik ben er me van bewust dat dat een extreem flauwe woordspeling was, maar het was sterker dan mezelf!). Zelfs de toiletten van Lessius vind ik meer dan oké, het is godgeklaagd dat de poetsvrouwen op elke mogelijke moment aan het poetsen zijn maar die toiletten worden tenminste schoongemaakt! Hier daarentegen is het.. BLEHH. Maar het vreemdste vind ik eigenlijk dat ze op Rennes 2 nog niet bekend zijn met het fenomeen “wc-bril”. Ik vrees dat ik gewoon maar dankbaar moet zijn dat er hier überhaupt toiletpotten zijn, maar wat is er mis met het plaatsen van een wc-bril? Naast het feit dat ik op een heel klungelige wijze mijn pipi-bezoekjes moet afhandelen,  heb ik ook telkens moeite om claustrofobische aanvallen te onderdrukken omdat er amper licht aanwezig is in de toiletten. Gelukkig heeft de beschaafde wereld al wél zijn weg gebaand tot de residentie en kan ik tot rust komen op mijn eigen badkamertje van (letterlijk) anderhalve vierkante meter.  De enige mogelijke verklaring die ik kan bedenken voor het ontbreken van wc-brillen, verlichting en poetsvrouwen is dat ze hier wel arm moeten zijn. Die Fransen, het zijn toch sukkelaartjes. 
De reden waarom ik deze vreselijke ervaringen kan negeren en ik me met die rampzalige voorzieningen kan verzoenen, is dat de muren volgeschreven staan met Franse nonsens. Ik kan me dan ook niet inhouden om als afsluitertje het beste citaat dat ik gevonden heb met jullie te delen (het is namelijk op het lijf van de hele Franse bevolking geschreven):
« Si vous ne faites pas la grève, faites l’amour »

8 oktober 2011

De onverbiddelijke zoener

Hier in het heerlijke Frankrijk hou ik me nog met andere dingen bezig dan reisjes, feestjes, school en dutjes! Een van mijn favoriete hobby’s is namelijk “loeren”. Ik ben iemand die graag om zich heen kijkt, anderen in het oog houdt en zo af en toe wel eens een gesprekje durft af te luisteren. Je weet nooit welke interessante dingen je te zien of horen krijgt. Het is dan ook altijd fijn als je iemand op neuspeuteren betrapt (jep, voldoening alom op zo’n moment!). Aangezien ik besef dat ik helaas nu een viespeukje zou kunnen lijken, gaan we het er gewoon op houden dat ik graag observeer. 

Jullie hebben hiernaast vast al gelezen dat mijn nieuwste levensdoel was een echt Fransoosje te worden, dus hoe kan ik dat beter doen dan de Fransen zelf te observeren! Helaas kwam ik zo tot de ontdekking dat ik nog geen écht Frans spreek, boehoehoe. De Franse studenten gebruiken in hun dagelijkse taal constant, ja constant, ‘du coup’ aan het begin van hun zinnen en ‘quoi’ aan het einde ervan. Du coup, ik moet dringend mezelf forceren om die stopwoordjes in mijn taal te integreren, quoi! Die Fransen, het zijn toch rare meneertjes en mevrouwtjes.
Een ander interessant deel van het Frans-zijn zijn de kus-gewoonten hier. En geloof het of niet, ik dacht dat ze nogal afstandelijk waren, maar nee hoor, die Fransen willen gewoon té veel zoenen. De mensen die het dichtst bij me staan weten wel dat ik een hartstochtelijk ‘plakkerke’ ben, dat ik ervan hou om kusjes te krijgen en uit te delen, maar da’s dus enkel bij diegenen die ik echt graag heb. Ik bewaar m’n -ongetwijfeld heerlijke- zoentjes voor de mensen die speciaal voor me zijn. Nee, ik vind het na een volledige maand nog altijd niet normaal dat ik elke compleet onbekende in de kamer moet gaan kussen en ja, dat moet ik hier doen, zelfs wanneer er 36 mensen in de ruimte zijn. Hier levert het steevast lekker ongemakkelijke situaties op, waarbij Fransen hun kaak aanbieden voor de verplichte kusjes op de linker- en rechterwang en vele Erasmussers verschrikt achteruit deinzen en snel even zwaaien. De Fransen geraken dan volledig verward wanneer dat gebeurt, wat mij dan weer reden geeft om stiekem te zitten gniffelen (die arme stumperds). Wat er mis is met een simpele “Hallo!”, dat vraag ik me soms af.  Desalniettemin accepteer ik de Fransen zoals ze zijn en probeer ik mee te gaan in hun gewoontes (wat ik heel flink van mezelf vind). En wie weet ga ik het na dit semester verschrikkelijk vinden om niet meer non-stop te moeten kussen!
In de lessen heb ik ook nog opgemerkt dat cursuspapier hier anders is dan bij ons! (Ja hoor, deze observatie kan wel tellen als de meest nutteloze. Maar toch.) Frankrijk kan soms raar doen, ik ben namelijk grote fan van onze normale cursusblokken met lange ruitjes en dat is nu net weer iets dat hier gewoon NIET BESTAAT!! Daar werden jullie toch even van jullie sokken geblazen! Eergisteren sprak een meisje me zelfs aan om te vragen waar ik mijn cursuspapier vandaan haalde, omdat dat ze nog nooit zo’n papier met lange ruitjes had gezien. Ja hoor, ik besefte meteen dat zij mijn nieuwe hartsvriendin en soulmate gaat worden (want zeg nu zelf, het is toch megafantastisch dat ik niet de enige freak ben die zo’n dingen opmerkt). Nu alleen nog bedenken hoe ik ook haar daarvan kan overtuigen. 

Zo. Tot zover mijn megasuperfantastisch boeiende observaties.
Ik zend jullie vele kusjes!! (oh ironie)

PS: Ik zit hier al ietsje meer dan een hele maand, tijd om één van de grootste clichés naar boven te halen: de tijd vliegt voorbij wanneer je het leuk hebt! Mijn Antwerps leven lijkt zo ver weg maar ik vind het toch heel gek dat ik hier al zo lang zit.

2 oktober 2011

Thuiskomen.


Vorig weekend heb ik hier hoog bezoek gehad, de pater familias der Kerschotten is namelijk in Rennes geweest! We wilden het meeste uit drie korte dagen halen dus hadden we een druk programma samengesteld. Eerst heb ik m’n papsie een kleine rondleiding gegeven doorheen Rennes, wat nogal klungelig verliep aangezien ik de stad nog altijd niet vanbuiten ken, schaam op mij. Ik breng de meeste dagen door op de campus en ben meestal zo druk bezig met vanalles (ja oké, “vanalles” is hier synoniem voor dutjes doen, maar dat hadden jullie vast al wel door!) dat ik niet elke dag naar het centrum ga. Maar op die manier was het ook fijn, als twee volwaardige toeristjes met het stadsplan in de hand hebben we hier weer nieuwe mooie plekjes ontdekt.  
Het was een heerlijkheid om de auto te hebben (en een vader die het geen probleem vond om steeds voor chauffeur te spelen, gnagna) en dus konden we ’s zaterdags naar Saint-Malo rijden. Het was stralend weer dus de perfecte dag om één van de mooiste steden aan zee te bezoeken hier in Bretagne. En ja hoor, Saint-Malo was heel mooi, al ontsnapten we ternauwernood aan de vloed, bijna hadden we vastgezeten op een eilandje waar het graf van Chateaubriand ligt. Even paniek (mijn hele leven flitste al aan me voorbij), ZOTTE AVONTUREN dus, maar gelukkig een goede afloop.
’s Avonds zijn we doorgereden naar Cancale, waar toeristen en ander gespuis naartoe gaan om zeevruchten te eten. Mijn ouders waren ook hier tijdens hun huwelijksreis, en nu 30 jaar later had ik het genoegen om met m’n vader ook oesters te proeven. Wat overigens geen groot succes was, niet echt m’n ding! Toen we ’s avonds terugkeerden, was het al lang donker en stuurden de wegwijzers ons naar smalle, enge, niet-verlichte weggetjes doorheen de Bretoense weilanden, ik was niet bepaald op m’n gemak maar die papsie van mij, die kan soms zo onbevreesd zijn! Buiten alle (=mijn) verwachtingen zijn we zonder kleerscheuren terug thuis geraakt, dat verdiende wel een kusje van de juf.
Op zondag gingen we naar Dinan en stopten we eerst nog in Bécherel, een stadje dat bekend staat om haar boekenwinkels. Dinan vond ik echt heel charmant, romantisch en ook wat minder toeristisch dan Saint-Malo. M’n papsie en ik liepen er de hele tijd glunderend bij, omdat we het gewoon zo enorm leuk hadden met z’n tweetjes. Maandagmorgen zijn we uiteindelijk nog naar Parc du Thabor geraakt, wat ik meteen moest bombarderen tot mijn lievelingsplekje in Rennes, het was er deze week ideaal om vrije uurtjes door te brengen nu het zo’n mooi weer was.
Ik heb van ons vake ook nog het leukste cadeautjespakket OOIT gekregen, met al mijn lievelingsdingen die m'n ouders en broer hadden samengesteld. Funny fact: hij had ook nog pralines in Leonidas voor mij gekocht, maar besefte pas toen hij al een héél eind onderweg was dat hij die marsepeintjes was vergeten. Aangezien mijn vader de naam Kerschot waardig draagt (als in: lots of crazyness), is die gekke man helemaal terug naar huis gereden om ze te gaan halen, wat een enorme omweg was. Natuurlijk was ik overblij met die pralines tot op de moment dat we door Rennes kuierden en we plots… een winkel van Leonidas zagen. Maar goed dat mijn vader het leven wel door een roze bril kan zien en er mee kon lachen. Het feit dat er toen een spiertje onder zijn oog spastisch begon trekken, zal waarschijnlijk puur toeval geweest zijn, en duidde helemáál niet op de nabijheid van een zenuwinzinking.

Daarnaast ben ik blij dat ik alle plekjes van Bretagne leer kennen, vóór dit weekend had ik nog niet zo heel veel gezien van de omgeving buiten Rennes, maar tijdens onze autoritten verbaasde ik me telkens weer over de uitgestrekte landschappen en oude stenen huisjes, het is net alsof je in een ander tijd belandt wanneer je de stad verlaat. Ik hou heel erg van België, maar als ik op een dag per toeval een rijke Fransoos aan de haak zou slaan, wil ik hier best wel une maison de campagne voor m’n vakanties.
Jullie zullen aan mijn ultrapositieve toon wel merken dat ik dus een enorm fijn weekend heb gehad, vader en dochter Kerschot maken samen een geweldig team. Voor onze volgende reis ga ik sowieso t-shirts laten drukken, moet ik een teamnaam en -lied verzinnen en kan een teamgroet niet ontbreken. Dat wordt gegarandeerd een succes, net zoals dit weekend was, woehoe!