19 november 2011

Il n'y a point de génie sans un grain de folie

Aloha snoeperdjes!
Nu ik zo’n twee en een halve maand op Franse bodem heb doorgebracht, is het dringend tijd om mijn gecompliceerde relatie met Rennes eens onder de loep te nemen. In een willekeurige Flair of Libelle, dé twee grote kwaliteitsmagazines, las ik dat wanneer je twijfels hebt over je geliefde, je de plus- en minpuntjes op een rijtje moet zetten en beoordelen welke zijde het meeste doorweegt. Hier komt dus een diepgaande studie van mijn liefdesrelatie met Frankrijk.

Hoho, wat heb ik een hekel aan:
-Op nummer één van mijn lijstje staan ongetwijfeld al de problemen met mijn vakken hier. In het begin van het jaar heeft het me een bloed, zweet en tranen gekost om alles geregeld te krijgen. Uiteindelijk mocht ik de vakken volgen die ik wilde, maar ze hebben mij veel minder studiepunten toegekend dan de studente die vorig jaar in Rennes zat. Maar zelfs daar viel een mouw aan te passen, om dat tekort op te vangen, moest ik drie vakken uit Taal en Letterkunde opnemen. Kant en klare oplossing!
Alleen vond blijkbaar niemand het nodig te vermelden dat er geen examens voor die vakken bestaan. En ja hoor, dat heb ik vorige week pas ontdekt. Oh, wat was ik toen uit het lood geslagen, realiserend dat ik in de aap gelogeerd was! Ik moet dus in december examens gaan afleggen voor vakken die ik nooit heb gevolgd, want anders krijg ik geen punten voor de vakken die ik wél heb gevolgd. En daar komt nog eens bij dat ze per twee vakken er eentje uitpikken om daar het examen van te doen. Dus als ik niet slaag voor een examen, ben ik meteen de studiepunten van twéé vakken kwijt. Da’s dus knudde met een rietje. Waaruit we maar besluiten dat ik in het tweede semester Nederlands Mondeling moet omarmen (mijn absoluut lievelingsvak)! Komt voor de bakker. Bah!

-De herfst is nog volop bezig met de bladeren van de bomen rood en geel te kleuren, maar toch vind ik dat de winter akelig dichtbij komt. Maanden met niets anders dan de dagen die verkorten, de zon die verdwijnt, de bloemen die sterven en dalende temperaturen waardoor ik het hier in Mijn Kast het zo koud heb als een kaalgeschoren schaap. Oh nee, ik kan dan ook geen enkel sympathie opwekken voor mensen die lyrisch beginnen te doen over dit seizoen, één voor één vermorzelen wil ik ze! Nou ja, behalve als het mijn vrienden zijn. Af en toe moet een mens wat toegevingen doen in het leven, zelfs ík kan niet altijd het been stijf houden. Maar toch, als ik op een dag over goddelijke krachten zou beschikken, zou ik het seizoen winter meteen afschaffen, TSJAKAAA.

-Daarnaast nog een kleine irritatie: steenharde handdoeken! Aangezien ik hier zelf mijn was moet doen en nooit zin heb om te zitten wachten op de droogtrommel (en ook omdat ik nogal krenterig ben want het kost geld om de was te drogen), hang ik mijn kleren op aan het droogrekje in mijn kamer. Vervelende bijwerking is dat mijn handdoeken na twee dagen compleet onbuigzaam zijn, en nee, het is echt niet zo lekker om m’n billen met semi-schuurpapier te moeten afdrogen.

-En dan als laatste ben ik weer langzaamaan naar een staat van radeloosheid aan het glijden omdat het Spa-waterprobleem weer opduikt, mi mi mi! Ik heb nog een beperkt voorraadje flessen over, die ik voor speciale momentjes bewaar. Als ik mezelf hier weer onderdompel in zelfmedelijden en naar huis wil, is het mijn Spa-water dat me uit de brand helpt. (Hé hé snap je, brand-water, hahaha! Slechtste mopje van de eeuw.) Gelukkigerwijze heb ik ondertussen mezelf hier al min of meer geacclimatiseerd en ben ik bijna gewend aan de extreem lekkere smaak van het Franse kraantjeswater! Laat die reddingsactie maar achterwege, ik ga niet verdorsten. Maar toch. Het blijft de oorzaak van een heleboel kommer en kwel, dat gebrek aan Spa-water in Frankrijk. 

Oh hemeltje! Wat klinkt dat allemaal deprimerend, DRINGEND tijd dus voor wat opvrolijking. We weten immers allemaal dat het leven net een krentenbol is met af en toe een hard stukje, dat er geen rozen zonder doornen bestaan, en dat er na regen zonneschijn komt. Hier komt mijn leven in Frankrijk door een roze bril.

Hihi, wat hou ik van:
-De Fransen! Het heeft me een tijd gekost, maar na twee en een halve maand lijkt het erop dat ze me eindelijk in hun armen hebben gesloten. Ik, die ene Erasmusser in de klas, leek eerst bestemd te zijn voor een permanente status als para, ze waren als de dood voor me! Maar ik vermoed dat ze nu wel hebben beseft dat ik geen besmettelijke ziektes heb, dat ik blijkbaar ook wel Frans kan spreken en dat ik nog best oké ben. Waarbij ik er gewoon maar van uitga dat ik best wel oké ben (o wee diegene die dat durft te betwisten). Wanneer ik me weer bezig hou met mijn uiterst discrete observatietjes, zie ik soms groen van jaloezie: hoe zij goochelen met het Frans, ik vind het ronduit prachtig. Twee eigenaardigheden in hun taalgebruik zijn:
- Bijna elke Fransman/-vrouw die ik ken, heeft af en toe de gewoonte om op een merkwaardige manier de oui “in te zuigen”. Ik kan het absoluut niet passend beschrijven, maar als ze oui zeggen, houden ze tegelijkertijd hun adem in. En het is een algemeen fenomeen hier, heel raar.
                -Een lijst van de stopwoordjes. Als je hier een kwartiertje rondslentert, heb je ongetwijfeld de volgende woorden drie keer gehoord: du coup, quoi, dégueulasse, marrant, bourré (hoewel dat misschien eerder Erasmuswoordenschat is), gueule, cuul (=cool), un con, j’avoue, bitte. (Dat laatste was een fopje, hihi.)

-Het Frans. Misschien kan niet iedereen daar chocola van maken, maar ik vind het zo’n mooie taal, mijn liefde ervoor groeit steeds maar aan! Ik ben ook heel blij met de Franse les voor Erasmussers die we in Rennes krijgen. Ik leer amper nog grammatica bij omdat we op Lessius al zoveel hebben geleerd, maar hier ontdek ik eindelijk het dagelijkse taalgebruik en typische uitdrukkingen. Daarnaast ben ik in de wolken over het feit dat ik steeds vaker in het Frans nadenk, woehoe! Na volledige dagen waarop ik met geen mens in het Nederlands communiceer, betrap ik er mezelf op dat ook mijn gedachten worden omgeschakeld. Prettige evolutie, daar kan je donder op zeggen!

Zo. Er zijn nog veel meer dingen die ik leuk en niet leuk vind, maar ik ga jullie niet langer tot de dood vervelen met mijn ellenlange bezinningen, deze blog barst nu al bijna uit zijn voegen!
En ohja. Voor ik het vergeet. De bestaansreden van dit bericht was een balans te maken van mijn relatie met Rennes en Frankrijk.. Wel, nu ik het eens goed bekijk, blijkt dat lijst van minpuntjes langer is dan die van pluspuntjes.  Pom, pom, pom, spannend, betekent dit het einde?!
Nee. Ik kan nog geen afscheid nemen van mijn nieuwe thuisstad, tot nu toe wegen de voordelen zoveel zwaarder door! Het ultieme doel van mijn avontuur was een Fransoosje te worden en hoewel ik het misschien nog niet volledig ben, hou ik meer dan ooit van de Franse taal en dat is voorlopig voldoende voor mij. Derhalve, mijn schatjes van patatjes, blijf ik het hier nog even uithouden.

Al houdt dat me natuurlijk niet tegen om jullie veel liefs te zenden!

PS: Thema van de week was... debiele uitdrukkingen en spreekwoorden! Hoewel Lessius me er bijwijlen anders over deed denken, ben ik toch ook een immense fan van de Nederlandse taal.
PS 2: Voor diegenen die net als ik geen leven hebben, doe een gooi naar het aantal uitdrukkingen die ik in dit blogbericht heb gebruikt.
PS 3: De winnaar krijgt enkel een kus van de juf. Meer niet, helaas pindakaas. Je kunt immers van een kikker geen veren plukken.

2 november 2011

Mal du pays

Holapola! Ik heb een groot, immens, gigantisch probleem! Ik zit namelijk met een writer’s block. Wat eigenlijk best ironisch is omdat ik mezelf amper, of zeg maar gewoon niet, een volwaardige schrijfster kan noemen.  En misschien dreig ik nu het mikpunt van jullie spot te worden omdat ik slechts enkele luttele tekstjes heb geschreven en nu al lekker dramatisch ga zitten doen (‘cause I’m a, I’m a diva), maar ik zeg het toch maar, nah! En stiekem vind ik bijzonder stoer om met een writer’s block te zitten. Zeg nu zelf, het klinkt toch wel lekker. Eerst had ik geen tijd om wat neer te schrijven en toen ik zin had om weer wat onzin met jullie te delen, besefte ik tot mijn grote wanhoop dat ik helemaal geen inspiratie had! U merkt het, een onoverkomelijk obstakel. Ik weet niet meer wat te doen, zit met de handen in het haar, ben radeloos en verloren. Ik zou natuurlijk heel gemakkelijk van deze blog een zoveelste Erasmus-dagboek kunnen maken. Maar ik weiger hardnekkig die kant op te gaan, ik ben namelijk niet zo’n fan van berichten als: “Vandaag ben ik naar de bib gegaan. En daarna heb ik les gehad. En dan zijn Joske en ik naar de Carrefour geweest. En toen heb ik een boterhammeke met choco gegeten.
IIIEEEK. Tof hoor, maar dat interesseert me geen hol. (Sorry, ik steek wel snel een euro in het vuile-woordenpotje). Dus hier zitten we dan. Te wachten tot ik dan toch maar iets leuks ga kunnen maken van dit stukje.

MAAR eigenlijk, lieverds, ben ik aan het liegen, ik had hier immers maandag al wat neergepend. Hohohooo, wat een onverwachte wending in het verhaal! Maar het zit zo: ik heb namelijk -na een heleboel introspectie- gemerkt dat ik enkel wil schrijven wanneer ik me ofwel heel blij, ofwel heel triest voel en maandag was ik.. triest. Gelukkig waren mijn vorige blogberichtjes allemaal uitingen van puur geluk, maar toen was het toch wat anders. De reden van mijn immense tristesse was dat ik diezelfde middag de beste mutti ter wereld had moeten uitzwaaien in het station.  
Ik heb vier fantastische dagen heb gehad met haar, die natuurlijk veel te snel voorbij zijn gegaan. We bezochten Dinan, mijn lievelingsplekje in Bretagne, en Fougères, we shopten en wandelden in Rennes, we aten crêpes en dronken wijn, deden terrasjes en babbelden en giechelden onafgebroken. Na zo’n dagen weer volledig één te zijn met haar, was het bijzonder moeilijk voor me om mijn mutti terug aan België te moeten geven. Ik had dan ook volop neigingen had om mezelf niet voor de trein maar op de trein naar België te smijten (drama-a-a, ik hou er soms wel van, hihi). 
Daarna ben ik al snikkend naar huis gaan, heb me schaamteloos volgepropt met comfort food en ben ik beginnen schrijven. Gelukkig kreeg ik halverwege mijn treurige tekst een noodoproep om even de wereld te gaan redden zodat ik mijn gedachten kon verzetten. En toen dat weer achter de rug was, las ik terug  wat ik eerder had geschreven en belandde ik spontaan in een lichte depressie, enkel veroorzaakt door mijn eigen zware, trieste woorden. Oh, wat kan ik soms toch melancholisch zijn. 

Ik schreef dat ik mij hier best goed voel maar dat ik eigenlijk thuis wilde zijn. Dat ik enkel daar gelukkig zou zijn. En er zit een zweem van waarheid in, ik woon namelijk heel graag in Rennes en ben enorm blij dat ik hier vrienden heb gevonden bij wie ik me goed voel. Maar ik ben zo verliefd op mijn leven thuis dat ik het hier af en toe wel eens moeilijk heb. Daar ben ik omringd door mijn familie en vrienden die alles voor me betekenen. En dat is reden genoeg om af en toe stilletjes naar thuis te verlangen, vind ik. Gelukkig kan ik nu, dankzij mijn fantastisch relativeringsvermogen (=inside joke voor m’n ouders), ook wel inzien dat dat misschien nog het mooiste is aan mijn Erasmusperiode. Ik had er namelijk nood aan eens van omgeving te veranderen, nieuwe mensen te leren kennen en nieuwe dingen te beleven, omdat ik dacht dat ik écht eens iets anders wilde. Nu begrijp ik in dat ik die ervaringen inderdaad nodig had, maar dan vooral om te beseffen dat ik niet anders dan blij kan zijn met mijn leven thuis.

Misschien kan het nogal hopeloos klinken dat ik zo aan België zit te denken, aan m’n ouders, m’n broer en m’n beste vrienden. Maar eigenlijk vind ik het best zo, want ondertussen heb ik het hier ook meer dan prima. Ik leid hier een fijn leventje, amuseer me fantastisch met mijn multicultureel vriendenclubje, woon in een mooie stad en leer enorm veel bij, ik kan dus niet meer dan dat verlangen! En wanneer ik weer terug in België zal zijn, ga ik enkele mensen doodknuffelen, ik ben nu al grote verrassingsaanvallen aan het plannen. Wanneer je ver weg van iedereen zit, besef je pas aan wie je het meest denkt en dus wie het meest voor je betekent. 
En in afwachting daarvan geniet ik volop van mijn Rennesiaanse avonturen!
De opmerkzame lezertjes onder jullie hebben dus al wel door dat mijn droefheid ondertussen weer volledig uit het zicht verdwenen is. Na maandag heb ik een serieus gesprek met mezelf gehad (soms heb ik er nood aan dat iemand me streng toespreekt, bij gebrek aan beter was ik dat ditmaal zelf) en heb ik beseft dat de voorbije twee maanden ongelofelijk snel zijn voorbijgevlogen. Mijn verblijf hier in Frankrijk is veel te kort om te verspillen aan oneindige bezinningen, dus ga ik daar gewoon mee stoppen. En vooral simpelweg genieten van de weinige tijd die me hier nog rest.

PS: Dat viel blijkbaar best nog mee met die writer's block! Straf.